Belanghebbenden hebben een bedrijfswoning in de gemeente Bronckhorst in eigendom. Nadat Rechtbank Oost-Nederland de WOZ-waarde 2011 heeft verlaagd van € 367.000 naar € 270.000, bepleiten belanghebbenden in hoger beroep een waarde van € 170.000. De gemeente verdedigt in hoger beroep de door de rechtbank vastgestelde waarde.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar erin is geslaagd aannemelijk te maken dat hij de waarde van de bedrijfswoning per 1 januari 2010 niet te hoog heeft vastgesteld. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de vergelijkingsobjecten qua type woning (vrijstaande bedrijfswoning), ligging (bij agrarisch bedrijf), bouwjaar (1980-2000) en inhoud van de woning (400-520 m³) goed vergelijkbaar zijn met de onroerende zaak. Met het verschil in perceelgrootte is in voldoende mate rekening gehouden door de grondstaffel uit de Taxatiewijzer Grond bij Agrarische objecten van de VNG te hanteren. De voor deze vergelijkingsobjecten gerealiseerde verkoopprijzen van respectievelijk € 270.000 en € 275.000 bieden voldoende steun voor de door de heffingsambtenaar verdedigde waarde van € 270.000. Met het waardedrukkende effect van het bestemmingsplan is voldoende rekening gehouden. Aan het door belanghebbenden ingebrachte taxatierapport waarin de onroerende zaak niet afzonderlijk is gewaardeerd, maar als onderdeel van het totale melkveebedrijf, kent het hof slechts geringe bewijskracht toe.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 september