X is eigenaar van een appartement in de gemeente Groningen. In geschil is de WOZ-waarde 2013 van deze woning. De gemeente verdedigt een WOZ-waarde van € 285.000.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 16 juni 2015, 14/00494, V-N Vandaag 2015/1342) oordeelt dat de heffingsambtenaar heeft bewezen dat de WOZ-waarde van het appartement van X niet op een te hoog bedrag is vastgesteld. De stelling van X dat zijn appartement als enige een hogere waarde heeft dan in 2012, is door de heffingsambtenaar voldoende ontkracht. De door de heffingsambtenaar gehanteerde referentieobjecten bieden voldoende steun voor de WOZ-waarde van € 285.000. Met de waardeontwikkeling van deze woningen is in voldoende mate rekening gehouden. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad
Editie: 4 december