X bv is eigenaar van twee bouwpercelen op een industrieterrein in de gemeente Doetinchem nabij de snelweg A18. De gemeente verdedigt voor de percelen WOZ-waarden 2012 (peildatum 1 januari 2011) van € 626.000 respectievelijk € 1.162.000. X bv heeft perceel A in 2005 gekocht voor € 657.067 (ruim € 58 per m²). Voor perceel B heeft zij in 2008 een bedrag van € 1.196.190 betaald (ruim € 67 per m²). Ten tijde van de aankoop had perceel A bestemming deels ‘groen' en deels ‘wonen met groen' en perceel B had als bestemming ‘agrarisch'. Op de peildatum 1 januari 2011 biedt het bestemmingsplan onder strikte voorwaarden de mogelijkheid de bestemming te wijzigen in ‘bedrijventerrein of detailhandel'.

Hof Arnhem-Leeuwarden is het eens met X bv dat de koopsommen van de percelen bouwgrond niet als uitgangspunt kunnen gelden bij het bepalen van de WOZ-waarde. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat de bestemmingswijziging die sinds de aankoop is doorgevoerd slechts beperkte mogelijkheden biedt de percelen te ontwikkelen. Daardoor is – anders dan verwacht – een rendabele ontwikkeling van de percelen in de nabije toekomst niet mogelijk. De percelen die de gemeente ter onderbouwing van de WOZ-waarden aandraagt zijn qua bestemming (ongeclausuleerd bedrijventerrein en detailhandel) niet goed vergelijkbaar. Conclusie is dat de gemeente de WOZ-waarden niet aannemelijk maakt. Het hof volgt echter evenmin het standpunt van X bv dat de grondprijs niet meer bedraagt dan € 5 per m² (agrarische waarde). Het hof bepaalt de grondwaarde in goede justitie op € 40 per m².

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17