Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het gebruik van Taxatiewijzers de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet te hoog heeft vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft het object terecht afgebakend als niet-woning. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X is eigenaar en gebruiker van een melkveebedrijf met woning. In geschil zijn de WOZ-beschikking en OZB-aanslagen.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar met het gebruik van Taxatiewijzers de WOZ-waarde van de onroerende zaak van X niet te hoog heeft vastgesteld. Het object bestaat uit een melkveebedrijf met een bedrijfswoning. X stelt dat de heffingsambtenaar de correcties van € 58.000 voor ligging en € 15.000 voor een verkleind bouwvlak ten onrechte voor 62% heeft toegerekend aan de woondelen. Hierdoor heeft het woondeel een te klein gewicht in het totaal gekregen en is het object voor de OZB ten onrechte aangeslagen als niet-woning, aldus X.

Het hof (V-N Vandaag 2023/1927) volgt het standpunt van X niet. Het gaat hier om een waardevermindering die betrekking heeft op de gehele onroerende zaak en daarom is het gerechtvaardigd die naar evenredigheid in mindering te brengen op de waarde van het woondeel en het niet-woondeel. X stelt dat de correctie bouwblok alleen ziet op het bedrijf, maar zelfs als de negatieve correctie in zijn geheel aan het bedrijf wordt toegekend, dan nog beslaan de woondelen minder dan 70% van de totale waarde. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Gemeentewet 220

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Editie: 12 november

Informatiesoort: VN Vandaag

85

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen