X is eigenaar van een kantoorpand met 165 parkeerplaatsen. X heeft de onroerende zaak op 18 juli 2013 in verhuurde staat gekocht voor € 8.500.000. De gemeente stelt dat de WOZ-waarde 2014 gelijk is aan deze koopsom, X betwist dit.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar bij de bepaling van de waarde ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de omstandigheid dat de gerealiseerde verkoopprijs van het kantoorpand is beïnvloed door het ten tijde van de verkoop nog lopende huurcontract (HR 25 april 2014, nr. 13/04068, V-N 2014/22.19). Op de aankoopprijs kan over de nog resterende periode van het huurcontract het verschil tussen de contracthuur en de economische huurwaarde (‘de kraag') in mindering worden gebracht. De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde naar € 6.846.000, te weten de verkoopprijs van € 8.500.000 minus de hiervoor genoemde kosten van € 1.653.747. Voor een verdere vermindering voor leegstandsrisico, courtage- en mutatiekosten bestaat geen grond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 21 augustus