X is eigenaar van een vrijstaande bungalow. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde van de woning per 1 januari 2020 vast op € 491.000. X gaat in bezwaar tegen deze WOZ-beschikking en verzoekt om inzage in het taxatieverslag en de gehanteerde waarderingsfactoren. Het bezwaar en beroep worden ongegrond verklaard. In hoger beroep overlegt de heffingsambtenaar een herziene waardematrix, waarin de woning is getaxeerd op € 496.246, gebaseerd op drie nieuwe vergelijkingsobjecten. In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak te hoog heeft vastgesteld.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning correct heeft vastgesteld. Het hof stelt dat de heffingsambtenaar in elke fase van de procedure de waarde nader mag onderbouwen met andere vergelijkingsobjecten, mits dit niet in strijd is met de goede procesorde. X heeft aangevoerd dat de inhoud van de vergelijkingsobjecten onjuist is, maar het hof oordeelt dat de herziene waardematrix uitgaat van oppervlaktematen in plaats van inhoudsmaten. Het hof acht de herziene waardematrix en de gebruikte vergelijkingsobjecten geschikt voor de waardebepaling en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Editie: 23 december
Informatiesoort: VN Vandaag