Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een onroerende zaak bestaande uit een groot perceel grond met daarop een centrale. In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak voor de jaren 2014 en 2015. Rechtbank Zeeland-West-Brabant ziet geen reden de centrale van X te waarderen op de (lagere) bedrijfswaarde. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de gecorrigeerde vervangingswaarde van de centrale niet aannemelijk heeft gemaakt. Bij de waardering heeft de gemeente onvoldoende rekening gehouden met de bijzondere bestemming en de uitzonderlijk grote oppervlakte van de grond (ruim 113 hectare waarvan 87 hectare water). De rechtbank stelt de WOZ-waarden vast op € 160.000.000 en € 158.800.000 (was: € 169.201.000 respectievelijk € 164.600.000).
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt anders dan de rechtbank dat de heffingsambtenaar ten onrechte geen extra aftrek wegens functionele veroudering in aanmerking heeft genomen omdat op de waardepeildata de marktomstandigheden voor kolengestookte elektriciteitscentrales duurzaam waren verslechterd. Anders dan X betoogt, gaat die afwaardering naar lagere bedrijfswaarde niet zo ver dat de heffingsambtenaar gehouden is de bedragen te volgen die in de commerciële balans van X voor de onroerende zaak zijn opgenomen en die door de accountant zijn goedgekeurd. Het hof stelt de waarde op beide waardepeildata in goede justitie vast op € 130.000.000 en € 120.000.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 29 maart