Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde van de mestkelder en de oppervlakte grond bij een woning te hoog heeft vastgesteld en vermindert de waarde in goede justitie.

X is eigenaar van een melkveebedrijf met een woning. De heffingsambtenaar stelt de waarde in bezwaar nader vast op € 1.177.000. X komt in beroep.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde niet aannemelijk is gemaakt. De heffingsambtenaar heeft aansluiting gezicht bij de Taxatiewijzer. Ten onrechte is uitgegaan van een onjuist archetype voor de mestkelder. Dit leidt tot een correctie van € 14.000. In beroep is het object getaxeerd op € 1.190.729,47. Rekening houdend met correctie had dit € 1.176.729,47 moeten zijn. Ook waarde van de oppervlakte van het onderdeel grond bij de woning is € 3.391,93 (€ 82,73 x 41 m²) te hoog vastgesteld. X maakt niet aannemelijk dat te weinig grond is vrijgesteld. De waarde van de mestsilo en de ligboxenstal maakt de heffingsambtenaar wel aannemelijk. Nu zowel de heffingsambtenaar als X de waarde niet aannemelijk heeft gemaakt, stelt de rechtbank de waarde van het object schattenderwijs vast op € 1.173.000,-.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Dossiers: Agro

Instantie: Rechtbank Midden-Nederland

Editie: 22 juni

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen