Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning gelegen in het gaswinningsgebied in de gemeente Midden-Groningen. In geschil is de WOZ-waarde 2016. Het geschil beperkt zich tot de vraag of voldoende rekening is gehouden met de niet herstelde aardbevingsschade.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de WOZ-waarde terecht heeft verlaagd in verband met niet herstelde aardbevingsschade en rompslompschade. Uit de taxatiematrix die de heffingsambtenaar heeft overgelegd, blijkt niet dat de gemeente voldoende rekening heeft gehouden met deze factoren. Het hof stelt daarbij voorop dat de heffingsambtenaar de gemiddelde marktprijs baseert op een gering aantal van slechts drie referentieobjecten. Op voorhand ligt het niet in de rede voor de woning van X, de kleinste ten opzichte van de drie referentieobjecten, de gemiddelde marktprijs als uitgangspunt te hanteren. Daarbij komt dat slechts bij één van de referentiewoningen sprake van vergelijkbare aardbevingsschade. Dat op basis van de beperkte inhoud van de woning van X eigenlijk een marktprijs van € 250 per m³ zou moeten gelden, heeft de heffingsambtenaar niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank heeft de WOZ-waarde terecht verlaagd naar € 170.000. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 maart