X is eigenaar van een hoekwoning gelegen in de gemeente Heemstede. X bepleit een verlaging van de WOZ-waarde 2010 van zijn woning van € 826.000 tot € 740.000. Rechtbank Haarlem verlaagt de waarde in beroep met een bedrag van € 1540, dit omdat de gemeente aan de aanbouw een te hoge kuubprijs heeft toegekend.
Hof Amsterdam (EK V, 27 juni 2013, 11/00556, V-N Vandaag 2013/1733) ziet geen reden de WOZ-waarde verder te verlagen dan de rechtbank reeds heeft gedaan. Verder sluit het hof zich aan bij de beslissing van de rechtbank om X geen vergoeding toe te kennen voor het overgelegde taxatierapport, aangezien dit rapport niet specifiek is opgemaakt voor de WOZ-procedure. Nu het hoger beroep schorsende werking heeft, is er ten slotte ook geen reden om wettelijke rente te berekenen over de door de rechtbank toegekende vergoeding van proceskosten en het griffierecht. Op verzoek van X besluit het hof de zaak in de openbaarheid te behandelen en de uitspraak niet te anonimiseren. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27h lid 5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hoge Raad
Editie: 3 juli