Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de schorsing van het onderzoek ter zitting alleen bedoeld was om de heffingsambtenaar in staat te stellen indexcijfers in het geding te brengen om de prijsontwikkeling van een van de referentiewoningen te onderbouwen. De rechtbank voelt zich dan ook niet gehouden om tevens de nieuwe feitelijke stelling van de heffingsambtenaar over de kwaliteit van deze referentiewoning te behandelen.

X is het niet eens met de WOZ-waarde 2019 van zijn woning in de gemeente Bloemendaal.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de schorsing van het onderzoek ter zitting alleen bedoeld was om de heffingsambtenaar in staat te stellen indexcijfers in het geding te brengen om de prijsontwikkeling van een van de referentiewoningen te onderbouwen. De rechtbank voelt zich dan ook niet gehouden om tevens de nieuwe feitelijke stelling van de heffingsambtenaar over de kwaliteit van deze referentiewoning te behandelen. De heffingsambtenaar heeft erkend dat de door hem in eerste instantie gehanteerde index niet juist was. Dit leidt tot een verlaging van de WOZ-waarde met € 12.142. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.

Lees ook het thema: Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:64

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 2 december

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen