Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande boerderij uit omstreeks 1900 met berging/schuur. In geschil is de WOZ-waarde van deze onroerende zaak voor belastingjaar 2010 (waardepeildatum 1 januari 2009). In 2009 en 2010 is de boerderij verbouwd. Op 1 januari 2010 was deze verbouwing voor 90% gereed.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de WOZ-waarde verlaagd moet worden omdat de heffingsambtenaar op de zitting erkend heeft dat hij de inhoud van het hoofdgebouw niet correct heeft berekend. Dit nadat X een verslag heeft overgelegd van een inpandige opname door een WOZ-taxateur van de gemeente in een later jaar. In dat verslag wordt van een inhoud van het hoofdgebouw uitgegaan die 20% lager ligt. Het hof concludeert, op grond van het voorgaande, dat de gemeente de door haar bepleite WOZ-waarde niet aannemelijk maakt. X bewijst echter evenmin dat de waarde verlaagd moet worden met € 68.000 naar € 295.000. Het hof bepaalt de waarde op € 310.000, rekening houdend met 1 januari 2010 als toestandsdatum.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 12 februari