Hof Den Haag handhaaft de WOZ-waarde van 12 van de 14 woningen van X. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, is eigenaar van 14 woningen in de gemeente Rotterdam. In geschil zijn de WOZ-waarde van deze woningen voor belastingjaar 2011 en de proceskostenvergoeding.

Hof Den Haag (MK I, 18 november 2015, BK-14/00849, V-N Vandaag 2015/2608) handhaaft de WOZ-waarde van 12 van de 14 woningen van X. Eventuele (kleine) verschillen tussen de door de heffingsambtenaar gebruikte en de door X gestelde oppervlakten van de woningen, kunnen niet leiden tot verlaging van de WOZ-waarde. Naar het oordeel van het hof heeft X verder niet aannemelijk gemaakt dat er op korte termijn maatregelen genomen moeten worden om de fundering van het pand waarin de woningen zijn gesitueerd, te verbeteren. Het hoger beroep van X is wel gegrond, omdat de heffingsambtenaar voor twee woningen heeft erkend dat de WOZ-waarden te hoog zijn vastgesteld en moeten worden verlaagd naar € 23.000. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar, dat zich richt tegen de proceskostenvergoeding, is echter ook ongegrond. De familierelatie tussen X en zijn gemachtigde staat in dit geval niet aan het beroepsmatige karakter van de verleende rechtsbijstand in de weg. Het hof veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van X. Dit omdat X zich heeft moeten verweren in het hoger beroep van de heffingsambtenaar.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 18 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen