Belanghebbende, X, koopt op 2 februari 2009 twee loodsen met een bovenwoning voor € 65.000. Nadien bepaalt Rechtbank Noord-Nederland dat de buurman van X door verjaring eigenaar is geworden van een strook grond van circa 25 m² die voorheen deel uitmaakte van de door X gekochte onroerende zaak. In geschil is de WOZ-waarde 2010 (peildatum 1 januari 2009) die door de gemeente Weststellingwerf is bepaald op € 65.000. X stelt dat de waarde van de onroerende zaak nihil is omdat door de bodemverontreiniging geen enkele bank de aankoop heeft willen financieren.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat in de WOZ-waarde van € 65.000 de bodemverontreiniging al meer dan voldoende is verdisconteerd. De gemeente heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de zaak zonder verontreiniging ten minste € 200.000 waard zou zijn geweest. Het hof merkt op dat X op de hoogte was van de bodemverontreiniging en toch € 65.000 heeft betaald. Dat X naar eigen zeggen de kosten van verwijdering van de bodemverontreiniging te laag heeft geschat, doet daaraan niet af. Dat X wel heeft betaald, maar vervolgens geen eigenaar is geworden van een strook grond van 25 m², doet aan de juistheid van de WOZ-waarde evenmin af. Gelet op de feitelijke situatie ter plekke had X als koper moeten twijfelen of de strook grond wel aan de onroerende zaak was toe te rekenen. X, op wie de bewijslast drukt, heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij de koopsom van € 65.000 niet zou hebben betaald als hij wist dat deze strook grond niet tot de onroerende zaak behoorde. Bovendien heeft X gelet op de ernstige bodemverontreiniging niet zozeer de grond bij aankoop van de onroerende zaak voor ogen gehad maar de opstal. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 25 april