Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde van de voetbalaccommodatie het clubhuis te hoog heeft gewaardeerd.

X is eigenaar en gebruiker van een voetbalaccommodatie bestaande uit een clubhuis, een tribune, en berging en een perceel grond. In geschil is de WOZ-waarde 2020 van deze onroerende zaak. De waarde is berekend op de gecorrigeerde vervangingswaarde met behulp van de landelijke taxatiewijzer sport.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde van de voetbalaccommodatie het clubhuis te hoog heeft gewaardeerd. De heffingsambtenaar heeft voor het clubhuis ten onrechte het archetype “clubhuis (luxe)” uit de taxatiewijzer gehanteerd. Het clubhuis is hiervoor te sober. De heffingsambtenaar heeft hierdoor een te hoge waarde aan het clubhuis toegekend. Daarmee heeft de heffingsambtenaar de WOZ-waarde niet aannemelijk gemaakt. X heeft op haar beurt ook niet aannemelijk gemaakt dat de door haar bepleite waarde niet te laag is, omdat zij zonder goede verklaring uitgaat van 50% van de door de heffingsambtenaar gebruikte grondprijs. De rechtbank stelt de waarde vervolgens in goede justitie vast op € 650.000 (was € 751.000).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 10 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen