X is eigenaar van een vrijstaande woonboerderij met een inhoud van ongeveer 950 m³ die gelegen is op een perceel van ongeveer 3326 m². X bepleit verlaging van de WOZ-waarde 2014 van € 445.000 naar € 415.000.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de gemeente de door haar vastgestelde WOZ-waarde niet aannemelijk heeft gemaakt. Uit het taxatierapport en de matrix van de gemeente wordt niet duidelijk op welke wijze de aan de woning toegekende waarde is herleid uit de bij de verkoop van de in het taxatierapport genoemde vergelijkingsobjecten behaalde verkoopprijzen. Nu de grondstaffel ontbreekt, is door de heffingsambtenaar onvoldoende inzichtelijk gemaakt hoe de verschillen tussen de referentieobjecten en de woning tot uitdrukking zijn gekomen in (onder meer) de waarde van de grond. Op grond van het voorgaande verwerpt de rechtbank de taxatie van de gemeente. Omdat ook de taxatie van X gebrekkig is, stelt de rechtbank de waarde in goede justitie vast op € 430.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 28 juli