X is eigenaar van een twee-onder-één-kapwoning. De WOZ-waarde is naar waardepeildatum 1 januari 2008 in de uitspraak op bezwaar vastgesteld op € 566.000. De woning is gelegen langs een spoorweg, nabij een treinstation en een perron (van het treinstation). Rechtbank Amsterdam heeft het beroep van X ongegrond verklaard. In hoger beroep is de waarde wederom in geschil.
Hof Amsterdam oordeelt, in navolging van de rechtbank, dat de heffingsambtenaar de waarde voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Er is voldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat de woning is gelegen langs een spoorweg, nabij een treinstation en een perron. Het hof verwerpt het standpunt van X dat onvoldoende rekening is gehouden met de constructie van het dak. Ook het beroep van X op het gelijkheidsbeginsel kan het hof niet volgen. Het hof oordeelt dat de waarde van € 566.000 niet te hoog is (en merkt daarbij op dat deze waarde zeer gering afwijkt van de door X voorgestane waarde van € 565.000).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 5 februari