Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar met de door hem overgelegde gegevens aannemelijk maakt dat de WOZ-waarden van de niet-woningen niet te hoog zijn vastgesteld. De vergelijkingsobjecten zijn voldoende vergelijkbaar.
De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarden 2019 van een kantoor, een winkel en twee café/restaurants van X vast aan de hand van de huurwaarde-kapitalisatiemethode. X is het niet eens met de WOZ-waarden en gaat in beroep. Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de WOZ-waarden niet te hoog zijn.
Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar met de door hem overgelegde gegevens aannemelijk maakt dat de WOZ-waarden van de niet-woningen niet te hoog zijn vastgesteld. De vergelijkingsobjecten zijn voldoende vergelijkbaar. Daarbij stelt het hof vast dat de heffingsambtenaar de in aanmerking te nemen huurwaarde van de niet-woning telkens lager heeft vastgesteld dan de gemiddelde huurwaarde van de vergelijkingsobjecten. Dit om het (aanvangs)leegstandsrisico voldoende te verdisconteren. Dit geldt ook voor de gehanteerde kapitalisatiefactor, die is ook fors lager dan de uit de vergelijkingsobjecten afgeleide gemiddelde kapitalisatiefactor. De, pas ter zitting aangevoerde, stelling van X dat geen inzage is verschaft in de verkooptransacties en de huurovereenkomsten met eventuele allonges, wordt door het hof tardief verklaard. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Editie: 29 januari
Informatiesoort: VN Vandaag