Belanghebbende, X, dient een verzoek in tot wraking voor elk van de raadsheren van Team Belastingrecht van Hof 's-Hertogenbosch. Subsidiair wenst X de raadsheren die zijn zaak behandelen te wraken.
De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek van X niet-ontvankelijk omdat het te laat is ingediend. X was na de ontvangst van de uitnodiging zeven weken voor de zitting op de hoogte van de namen van de behandelende rechters. Uit de pleitnotitie blijkt dat X al voor de zitting wist dat hij de raadsheren van het team belastingrecht, en van de behandelende kamer en mr. Gladpootjes in het bijzonder zou gaan wraken en welke gronden hij daarvoor wenste aan te voeren. Wat is voorgevallen op de zitting vormde niet de aanleiding voor het wrakingsverzoek noch heeft het daartoe bijgedragen. Het wrakingsverzoek is dus niet ingediend zodra de feiten en omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag liggen bij verzoeker bekend zijn geworden (art. 8:16 lid 1 Awb). Het verzoek is om die reden niet-ontvankelijk. Ten overvloede merkt de wrakingskamer nog op dat het feit dat een rechter in een eerdere procedure een voor X ongunstige beslissing heeft genomen, geen reden is voor wraking.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:16
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 12 februari