Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het wrakingsverzoek van verzoeker wordt afgewezen, omdat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de bij verzoeker bestaande vrees van vooringenomenheid objectief gerechtvaardigd is.
Verzoeker heeft hoger beroep aangetekend tegen enkele WOZ-beschikkingen. Tijdens de zitting heeft het hof besloten om de taxatierapporten van verzoeker, die kort voor de zitting maar net buiten de tien-dagentermijn van art. 8:58 Awb zijn ingediend, wegens strijd met de goede procesorde buiten beschouwing te laten. Verzoeker heeft vervolgens het hof gewraakt, omdat hij meent dat het hof het gelijkheidsbeginsel en de processuele rechtszekerheid heeft geschonden. In geschil is of er sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, waardoor het wrakingsverzoek gegrond zou zijn.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het buiten beschouwing laten van de taxatierapporten een processuele beslissing is en dat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat de rechter jegens verzoeker een vooringenomenheid koestert. Het hof verwijst naar eerdere zittingen waarin de gemachtigde van verzoeker is gewezen op de mogelijke juridische gevolgen van het indienen van uitgebreide taxatierapporten kort voor de zitting. Het wrakingsverzoek wordt daarom afgewezen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:58
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 29 mei
Informatiesoort: VN Vandaag