Verzoeker, X, stelt bij de belastingkamer van Rechtbank 's-Gravenhage beroep in. Ter zitting van 7 april 2010 wraakt X de behandelend rechter. Nadat partijen besluiten om een mediationtraject in te gaan, trekt X zijn wrakingsverzoek in. Als blijkt dat mediation geen succes heeft, besluit X opnieuw, nu per brief, de behandelend rechter te wraken. Volgens X is in deze zaak sprake van gerechtelijke dwalingen. Rechters en advocaten zijn corrupt. De belastingdienst is een criminele organisatie, evenals Minerva, de vereniging waar de behandelend rechter lid van is geweest. Er is bewijs uit het huis van X gestolen en de behandelend rechter heeft niet gezegd dat deze bewijzen terug moeten worden gehaald. Ook is de rechter lid van de Haagse rechtbank, waartegen onderzoeken gaande zijn wegens corruptie. Verder had de rechter al eerder uitspraak kunnen doen, maar is hij de zaak aan het rekken, aldus X. Ook mag de zaak niet enkelvoudig behandeld worden.
De wrakingskamer van Rechtbank 's-Gravenhage wijst het wrakingsverzoek van X af. Nu de behandelend rechter de gronden van het verzoek gemotiveerd heeft weersproken, had het op de weg van X gelegen om zijn verzoek ter zitting nader te onderbouwen. De wrakingskamer is van oordeel dat uit de door X aangevoerde gronden niet volgt dat de rechter blijk heeft gegeven van partijdigheid, dan wel de schijn van partijdigheid heeft gewekt. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat X de rechter al direct bij de aanvang van de voortzetting van de zitting heeft gewraakt, terwijl de rechter nog niet de kans had gekregen om iets te zeggen. De wrakingskamer bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage
Editie: 13 februari