X heeft beroep ingesteld bij Hof 's-Hertogenbosch. Op 11 oktober 2012 wordt zijn zaak door het hof op de zitting behandeld. Na de sluiting van het onderzoek deelt de voorzitter van de meervoudige kamer mee dat het hof over 14 dagen, dat is 25 oktober 2012, mondeling uitspraak zal doen. Dit gebeurt ook daadwerkelijk. Per brief van 22 oktober 2012, door het hof ontvangen op 29 oktober 2012, wraakt X de behandelende kamer van het hof. Per brief van 8 november 2012 stelt de wrakingskamer X in de gelegenheid om te reageren op de constatering van de wrakingskamer dat het verzoek tot wraking is ingediend nadat uitspraak is gedaan. Op 12 november 2012 laat X telefonisch - kort gezegd - weten niet meer schriftelijk te willen reageren. Hij blijft bij zijn verzoek.
De wrakingskamer van Hof 's-Hertogenbosch verklaart het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk omdat het is ingediend nadat het hof uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak. Het hof overweegt dat een na de sluiting van het onderzoek schriftelijk ingediend wrakingsverzoek tijdig is gedaan indien het voorafgaande aan de uitspraak bij het gerecht is ingekomen en wel op een zodanig tijdstip dat de betrokken rechter(s) of raadsheren daarvan redelijkerwijs nog kennis hebben kunnen nemen. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van indiening van een wrakingsverzoek nadat uitspraak is gedaan in de hoofdzaak.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 27 februari