Rechtbank Den Haag oordeelt dat de beschikking bij X niet het vertrouwen heeft kunnen wekken dat het restant persoonsgebonden aftrek per 1 januari 2017 € 14.750 bedraagt, aangezien op dat moment de aanslagen IB 2016 en 2017 nog niet waren vastgesteld.

Belanghebbende, X, staat sinds 22 augustus 2016 op een Nederlands adres ingeschreven en begint op 1 september 2016 aan haar studie aan een Nederlandse universiteit. Volgens haar herziene aangifte IB/PVV 2017 trekt X studiekosten van € 4916 af en vermeldt zij een restant nog te verrekenen persoonsgebonden aftrek van € 14.750. Volgens de beschikking is de te verrekenen persoonsgebonden aftrek uit andere jaren € 14.750 en de te verrekenen persoonsgebonden aftrek in de volgende jaren nihil. In geschil is onder andere of verweerder het nog te verrekenen restant persoonsgebonden aftrek per 31 december 2017 correct heeft vastgesteld.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de beschikking bij X niet het vertrouwen heeft kunnen wekken dat het restant persoonsgebonden aftrek per 1 januari 2017 € 14.750 bedraagt, aangezien op dat moment nog niet vaststond dat de studiekostenaftrek 2016 was geaccepteerd. De aanslagen IB 2016 en 2017 waren immers nog niet vastgesteld. Het beroep van X wordt ongegrond verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 2 augustus

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen