Hof Amsterdam beslist dat het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk is verklaard vanwege niet-verschoonbare termijnoverschrijding. De inspecteur geeft X op de zitting wel de gelegenheid om een nieuw verzoek tot ambtshalve vermindering in te dienen.
X krijgt ambtshalve aanslagen ib/pvv en Zvw 2013 opgelegd met dagtekening 29 oktober 2014. De aanslagen zijn het gevolg van het door haar niet tijdig doen van de vereiste aangifte. Op 17 september 2015 maakt X bezwaar. In het bezwaarschrift verwijst zij naar de door haar alsnog elektronisch ingediende aangifte. Daaruit volgt volgens X dat zij geen ib/pvv en premie Zvw verschuldigd is. Het bezwaar wordt vanwege termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. De inspecteur merkt het bezwaar aan als een verzoek om ambtshalve vermindering. Dit verzoek wordt afgewezen.
Volgens Hof Amsterdam heeft X het bezwaarschrift te laat ingediend. Van een verschoonbare termijnoverschrijding is geen sprake. De inspecteur heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het hoger beroep van X is ongegrond. Het hof merkt op dat de inspecteur tijdens de zitting in hoger beroep de toezegging heeft gedaan om een nieuw verzoek tot ambtshalve vermindering van X inhoudelijk in behandeling te nemen. Wordt dit nieuwe verzoek geheel of gedeeltelijk afgewezen dan gebeurt dit bij voor bezwaar vatbare beschikking. X gaat hiermee akkoord.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6