De Hoge Raad oordeelt dat het hof het verzoek van X en Y om bepaalde interne stukken van de Belastingdienst te overleggen ten onrechte tardief heeft verklaard. Uit de processtukken blijkt namelijk dat het verzoek van X en Y en de reactie daarop van de inspecteur niet betrekking hebben op dezelfde stukken.

Belanghebbenden, X en Y, zijn getrouwd. Y richt in 1987 V NV op, een naamloze vennootschap naar Curaçaos recht. In 1999 wordt op verzoek van Y Stichting Particulier Fonds Q opgericht door M NV, gevestigd te Curaçao. Y schenkt vervolgens de aandelen V NV aan SPF Q. In 2012 verkoopt SPF Q haar bezittingen en ontvangt Y, na de ontbinding van SPF Q, een liquidatie-uitkering. In geschil is of de bezittingen van SPF Q aan Y moeten worden toegerekend, omdat hij feitelijk heeft kunnen beschikken over het vermogen van de SPF als ware het zijn eigen vermogen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bezittingen van SPF Q niet aan Y kunnen worden toegerekend, omdat de inspecteur zijn stelling dat Y over het vermogen van SPF Q heeft kunnen beschikken, waardoor geen sprake is van een APV, niet aannemelijk maakt. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat aannemelijk is dat Y is blijven beschikken over het vermogen van SPF Q als ware het zijn eigen vermogen. Het vermogen van de SPF is onvoldoende afgescheiden van het vermogen van Y om de SPF fiscaalrechtelijk als bezitter van het vermogen en de genieter van het inkomen te beschouwen. Het ter zitting van het hof gedane verzoek van X en Y om overlegging van interne stukken van de Belastingdienst, wordt door het hof tardief verklaard. Volgens het hof verzetten de eisen van een goede procesorde zich tegen honorering van het verzoek. X en Y gaan in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof het verzoek van X en Y om bepaalde interne stukken van de Belastingdienst (e-mailcorrespondentie) te overleggen ten onrechte tardief heeft verklaard. Uit de processtukken blijkt namelijk dat het verzoek van X en Y en de reactie daarop van de inspecteur niet betrekking hebben op dezelfde stukken. Het hof had het verzoek van X en Y dan niet met een beroep op de goede procesorde mogen afwijzen. Het had de inspecteur moeten opdragen om de desbetreffende stukken alsnog in het geding te brengen. De klachten van X en Y over het materiële geschilpunt over de SFP worden door de Hoge Raad verworpen. De Hoge Raad verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Dit hof moet opnieuw beoordelen of Y over het vermogen van de SPF kon beschikken als ware het zijn eigen vermogen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:29

Wet inkomstenbelasting 2001 2.14a

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 17 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

448

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen