Belanghebbende, X, en zijn broer, B, zijn de vennoten van vof E, die thuiszorg verleent. Een groot deel van de omzet wordt gegenereerd door inkomsten van cliënten met een persoonsgebonden budget. X en B worden gehoord in het kader van een FIOD-onderzoek. Het onderzoek betreft personen die het belastingplichtigen mogelijk hebben gemaakt om met vermoedelijk valse opgaven opzettelijk onjuiste IB-aangiften te doen. Naar aanleiding van het onderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen op aan X, waarbij diverse kosten niet in aftrek worden toegelaten.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht de door X opgevoerde kosten niet in aftrek heeft toegelaten. Voor de door X aan de F, als gift of sponsorgelden, betaalde bedragen geldt dat deze volgens een vooropgezet plan, (nagenoeg) geheel door B contant werden terugontvangen. Verder geldt voor enkele betalingen aan stichting DD, voor het organiseren van een NK Turks Volksdansen, dat de zakelijkheid van de kosten niet is aangetoond. Dit geldt ook voor betalingen van € 24.500 aan stichting W voor een stand-up comedian. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 22 juni