Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X bv de betalingen wegens over- en underpricing als kosten in aftrek kan brengen. Zij kan vertrouwen ontlenen aan de afsprakenbrief uit 2003. Door het zeer onzorgvuldig handelen van de inspecteur heeft X bv recht op een integrale proceskostenvergoeding van € 83.677.

X bv exploiteert een internationaal opererende groothandel die zich richt op de internationale in- en verkoop van (bestanddelen voor) medicijnen. In 2003 vindt, onder andere naar aanleiding van de indiening van het wetsvoorstel Uitbreiding van de niet-aftrekbaarheid van kosten en lasten die verband houden met omkoping, een gesprek plaats tussen X bv en de inspecteur. Uit dit gesprek vloeit een afsprakenbrief voort, waarin wordt vastgesteld dat de wijze van ‘over- and underpricing’, zoals dat bij X bv plaatsvindt, niet in het wetsvoorstel wordt bedoeld en dat X bv haar onderneming en werkwijze ongewijzigd kan voortzetten. De inspecteur stelt bij een in 2017 ingesteld boekenonderzoek vast dat er een verschil van € 5,5 mln bestaat tussen de door X bv gerealiseerde omzet en de door haar aangegeven omzet. Dit verschil betreft de over- en underpricing en provisies. X bv heeft dit bedrag bij het doen van aangifte niet apart als (aftrekbare) kosten opgegeven, maar (direct) gesaldeerd met de omzet. De inspecteur legt vervolgens een VPB-navorderingsaanslag op aan X bv, die zich beroept op de afsprakenbrief uit 2003.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X de betalingen wegens over- en underpricing als kosten in aftrek kan brengen. Zij kan vertrouwen ontlenen aan de afsprakenbrief uit 2003. Aan de voorwaarde uit de afsprakenbrief, dat de routing is te volgen via een audit trail, wordt voldaan. De rechtbank merkt vervolgens nog op dat de betalingen wegens over- en underpricing, afgezien van het vertrouwen dat X bv kan ontlenen aan de afsprakenbrief, zijn aan te merken als aftrekbare kosten in de zin van art. 8 lid 1 Wet VPB 1969 juncto art. 3.8 Wet IB 2001. Verder stelt de rechtbank nog vast dat de werkwijze van X bv geen nieuw feit oplevert. Deze werkwijze was namelijk door de inspecteur geaccordeerd en is te volgen via een audit trail. Door het zeer onzorgvuldig handelen van de inspecteur tijdens de aanslagfase, de bezwaarfase en de beroepsfase heeft X bv recht op een integrale proceskostenvergoeding van € 83.677.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 24 juli

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen