Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de voorwaarden die Nederland stelt bij de overdracht van pensioenkapitaal in strijd met het EU-recht zijn. Nederland is de verplichtingen die op hem rusten niet nagekomen door zekerheid te eisen van buitenlandse pensioenverzekeringsinstellingen.

Op grond van de Wet LB 1964 stelt Nederland voorwaarden voor de overdracht van pensioenkapitaal. Deze houden in dat een buitenlandse pensioenverzekeringsinstelling zekerheid moet stellen voor de invordering van de belasting over de waardeoverdracht van pensioenaanspraken die een werknemer eventueel verschuldigd is wanneer hij een baan in het buitenland aanvaardt en de waarde van zijn pensioenaanspraken daarnaar wil overdragen. De Europese Commissie is van mening dat Nederland daarmee in strijd met het EU-recht handelt.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de voorwaarden die Nederland stelt bij de overdracht van pensioenkapitaal in strijd met het EU-recht zijn. Nederland is de verplichtingen die op hem rusten niet nagekomen door zekerheid te eisen van buitenlandse pensioenverzekeringsinstellingen. Het Hof van Justitie EU overweegt daarbij dat werknemers in een binnenlandse situatie in de praktijk niet geconfronteerd worden met belastingheffing, terwijl migrerende werknemers daar wel mee kunnen worden geconfronteerd. Volgens het Hof van Justitie EU kan de regeling een werknemer er van weerhouden om een nieuwe dienstbetrekking in een andere lidstaat dan Nederland te aanvaarden. Verder kan het een werknemer er ook van weerhouden om zijn pensioenaanspraken over te dragen aan een buitenlandse pensioenverzekeringsinstelling. De ongunstige fiscale behandeling vormt een beperking van het vrije verkeer van werknemers.

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 45

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Wet op de loonbelasting 1964 19a

Rubriek: Loonbelasting

Regelgevende instantie: Europese Unie

Editie: 17 november

Informatiesoort: VN Vandaag

260

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen