Hof 's-Hertogenbosch beslist dat de door de fiscus uitgevoerde zichttaxaties voldoende zijn om tot de waardering van de panden in box 3 te komen. Inpandige opnames zijn niet noodzakelijk.

Belanghebbende, X, en/of zijn echtgenote bezitten naast de eigen woning nog meer onroerende zaken. Het betreft drie verhuurde woonhuizen, 21 verhuurde garageboxen en een bedrijfspand. In de aangifte ib/pvv voor het jaar 2008 neemt X deze onroerende zaken op voor een totale waarde op 1 januari 2008 van € 846 063 en voor een waarde van € 867 215 op 31 december 2008. De inspecteur corrigeert de aangifte en verhoogt de totale waarde van de panden op 1 januari 2008 tot € 1.708.000 en op 31 december 2008 tot € 1.592.000. Het beroep van X tegen de aanslag ib/pvv 2008 wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep en stelt onder andere dat er sprake is van onzorgvuldige taxaties van de zijde van de Belastingdienst, omdat het zichttaxaties betreft

Net als de rechtbank beslist Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur met al hetgeen hij heeft aangevoerd, de door hem voorgestane waarden aannemelijk heeft gemaakt. De stelling van X dat de taxateur en de inspecteur illegaal hebben gehandeld door zichttaxaties uit te voeren, wordt verworpen. Zichttaxaties vinden plaats vanaf de openbare weg en daarvoor is dus geen toestemming nodig. In zoverre is geen sprake van een ‘illegale' taxatie. Verder is er in het belastingrecht sprake van een vrije bewijsleer. Daarbij past niet het voorschrijven van een verplichte inpandige opname van een onroerende zaak, ook niet indien de waarde daarvan in bezwaar of in (hoger) beroep wordt betwist. De inspecteur mag daarom taxatierapporten inbrengen zonder dat daaraan een inpandige opname ten grondslag ligt. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 5.3

Wet inkomstenbelasting 2001 5.19

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 28 maart

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen