Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de bezwaren van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. 

X heeft bezwaar gemaakt tegen een aantal (navorderings)aanslagen IB/PVV met beschikkingen heffingsrente. In geschil is of de inspecteur de bezwaarschriften terecht, wegens termijnoverschrijding, niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de bezwaren van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Wat X heeft aangevoerd over haar ziekenhuisopnamen is onvoldoende concreet en onderbouwd om de termijnoverschrijdingen verschoonbaar te achten en, zo dat wel het geval zou zijn geweest, te concluderen dat X bezwaar heeft ingediend zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs van haar kon worden verwacht. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat het voor haar onmogelijk was om binnen de bezwaartermijn bezwaar te maken dan wel een gemachtigde in te schakelen die dit voor haar zou kunnen doen. Van opgewekt vertrouwen is geen sprake, aangezien X niet aannemelijk heeft gemaakt dat een afspraak met de inspecteur is gemaakt over het niet hoeven indienen van de bezwaren. De rechtbank verklaart de beroepen van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 4 september

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen