X komt in beroep en hoger beroep tegen aanslagen IB/PVV met boetebeschikkingen en beschikkingen heffingsrente en belastingrente. Hof ’s-Hertogenbosch laat hem weten dat de zitting zal plaatsvinden via beeldbellen. X verzoekt om uitstel van de zitting zodat deze op een later moment fysiek kan plaatsvinden. X is 74 jaar oud, beschikt niet over de vereiste apparatuur en heeft geen ervaring met beeldbellen. Verder legt hij uit dat hij revaliderend is na een herseninfarct. Het hof wijst het verzoek van X af en laat weten dat X op de dag van de zitting telefonisch zal worden gehoord. X reageert hierop dat hij hier niet mee akkoord gaat.

De Hoge Raad oordeelt dat iemand die niet beschikt over de mogelijkheden van beeldbellen niet zonder meer hoeft in te stemmen met een zitting via een telefoonverbinding zonder beeld. Het beginsel van equality of arms is hier in het geding. De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid maakt het mogelijk voor gerechten om zonder toestemming van partijen een zitting te houden via – kort gezegd – een beeldverbinding. Uitgangspunt van deze wet is dat het onderzoek ter zitting via beeldbellen zo veel mogelijk de fysieke zitting benadert. Dit geldt niet als de zitting wordt gedaan via (enkel) een telefoonverbinding. Als een van de partijen niet instemt met een zitting via (enkel) de telefoon, zal de rechter een belangenafweging moeten maken. Daarbij dient de rechter te beoordelen of de gelijkwaardigheid van procespartijen in gevaar komt door het feit dat een van de partijen slechts via een telefoonverbinding deelneemt. Omdat Hof ’s-Hertogenbosch deze afweging niet heeft gemaakt, verwijst de Hoge Raad de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:57

Algemene wet bestuursrecht 8:56