Belanghebbende, X, is bestuurder van de inmiddels failliete A bv. De ontvanger stelt X in het voorjaar van 2010 aansprakelijk voor de loonheffing en vergrijpboetes van A bv. De betreffende beschikking is twee keer door middel van een aangetekende brief naar X gestuurd. De tweede brief d.d. 27 april 2010 is door de werkster van X tijdens diens afwezigheid ongevraagd naar zijn kantoor gebracht. De brief is daar vervolgens lange tijd zoek. De gemachtigde van X maakt pas in september 2011 bezwaar tegen de beschikking. In geschil is of het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Rechtbank Arnhem wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep van X ongegrond. Hof Arnhem oordeelt dat X adequate maatregelen had moeten nemen om de termijnoverschrijding te voorkomen. Het zoekraken van de brief ligt in de risicosfeer van X. Er kan in het midden blijven of bij een bespreking medio juni 2010 al dan niet mondeling bezwaar is gemaakt tegen de bestreden aansprakelijkstelling. Dit gesprek vond namelijk plaats buiten de bezwaartermijn, zodat X op dat moment al niet meer tijdig bezwaar kon maken. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Hof Arnhem
Editie: 23 november