Aan belanghebbende, X, worden twee informatiebeschikkingen opgelegd die betrekking hebben op de aangiften IB/PVV 2008 en 2009. In geschil is of de inspecteur de bezwaarschriften van X tegen deze beschikkingen terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur de bezwaarschriften van X tegen de informatiebeschikkingen ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. X heeft belang bij vernietiging van de informatiebeschikkingen, immers indien de informatiebeschikkingen onherroepelijk vast komen te staan, treedt het rechtsgevolg de omkering en verzwaring van de bewijslast in werking. De stelling van de inspecteur dat de sanctie niet zal worden toegepast leidt de rechtbank niet tot een ander oordeel. Om het rechtsgevolg te voorkomen, hadden de informatiebeschikkingen vernietigd dienen te worden. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de informatiebeschikkingen. X komt in aanmerking voor een dwangsom van € 1260 wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar door de inspecteur.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a