De heer X claimt in zijn IB-aangifte over 2013 aftrek van specifieke zorgkosten, zoals hulpmiddelen, genees- en heelkundige hulp en reiskosten. Volgens X zijn de originele bewijsstukken naar de inspecteur gestuurd, die daar op het kantoor in het ongerede zijn geraakt. Rechtbank Noord-Holland staat de aftrek slechts toe voor de vervoerskosten van en naar het ziekenhuis voor doktersbezoeken. X stelt in hoger beroep onder meer dat niet-vergoede uitgaven voor fysiotherapie contant zijn betaald. Volgens de inspecteur leed X aan een chronische aandoening zodat alle behandelingen zijn vergoed door de verzekeraar. Het maximum aantal behandelingen geldt namelijk per indicatie.
Hof Amsterdam oordeelt dat X heeft nagelaten een vergoedingenoverzicht van zijn verzekeraar te overleggen, zodat niet aannemelijk is dat de uitgaven voor fysiotherapie op hem hebben gedrukt. De stelling van X dat zijn minderjarige zoon door een psychiater zou zijn behandeld en dat die kosten ook contant zijn betaald, is evenmin met stukken ondersteund. X stelt vergeefs dat de psychiater inmiddels is gestopt met de praktijk. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17