Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht het niet in strijd met het non-discriminatiebeginsel dat een ondernemer die samen met zijn partner een woning koopt, deze woning niet zakelijk kan etiketteren wanneer hij niet in gemeenschap van goederen is getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft.

Belanghebbende, X, drijft een onderneming. Samen met zijn partner, met wie hij een samenlevingsovereenkomst heeft gesloten, koopt X een woning die hij volledig zakelijk etiketteert. De inspecteur accepteert deze zakelijke etikettering niet. X doet een beroep op het non-discriminatiebeginsel, nu de in gemeenschap van goederen gehuwden (en geregistreerde partners) die een woning kopen wel de woning volledig als zakelijk kunnen etiketteren.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant acht het niet in strijd met het non-discriminatiebeginsel dat een ondernemer die samen met zijn partner een woning koopt, deze woning niet zakelijk kan etiketteren wanneer hij niet in gemeenschap van goederen is getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft. Er is geen sprake van gelijke gevallen, omdat X die (enkel) een samenlevingscontract heeft, zich in een vermogensrechtelijke en juridische andere situatie bevindt dan de in gemeenschap van goederen gehuwden (en geregistreerde partners) die een pand kopen. De rechtbank is tevens van oordeel dat X ook zijn onverdeelde helft in de eigendom van de woning niet als zakelijk heeft kunnen etiketteren, nu de woning niet voor 10% of meer bestemd was om te worden gebruikt ten behoeve van de onderneming. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten 26

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 2 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen