Rechtbank Gelderland oordeelt dat een herhaald verzoek om toepassing van de 30%-regeling alleen kans van slagen heeft wanneer zich bij de belanghebbende nieuw gebleken of veranderende omstandigheden aan de orde zijn.
Belanghebbende komt uit Australië en heeft, voordat zij samen met haar man naar Nederland verhuist een arbeidsovereenkomst gesloten met een Nederlandse werkgever. Zij doet binnen zes dagen na sluiten van de schriftelijke arbeidsovereenkomst (ruim anderhalf jaar nadat de arbeidsovereenkomst mondeling tot stand kwam) en na de datum van verhuizen naar Nederland een verzoek om toepassing van de 30%-regeling. De Belastingdienst wijst het bezoek af omdat belanghebbende niet is aan te merken als ingekomen werknemer. Belanghebbende maakt geen bezwaar tegen deze beslissing wegens ziekte van haar adviseur. Ongeveer een half jaar later doet belanghebbende opnieuw een verzoek om toepassing van de 30%-regeling. Hierbij dient zij bewijsmiddelen in die betrekking hebben op de periode vooafgaande aan indiening van het eerste verzoek.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat een herhaald verzoek om toepassing van de 30%-regeling alleen kans van slagen heeft wanneer zich bij de belanghebbende nieuw gebleken of veranderende omstandigheden aan de orde zijn. Dat is niet het geval als feiten bekend konden zijn en vanwege ziekte van de adviseur niet – uiterlijk bij bezwaar – zijn ingebracht. De belastingdienst moet de afwezigheid van een nieuw feit zorgvuldig en deugdelijk motiveren.
Lees ook het thema De 30%-regeling.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 31a
Algemene wet bestuursrecht 4:6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 23 november