Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de bewijslast niet kan worden omgekeerd omdat X niet op de juiste wijze is aangemaand om alsnog de IB-aangifte te doen. De aanmaning is namelijk verstuurd naar zijn officiële woonadres, terwijl de inspecteur wist dat X in voorlopige hechtenis zat.
X exploiteert een autoverhuurbedrijf. Bij een boekenonderzoek constateert de inspecteur dat de in- en verkopen van diverse auto’s niet in de boekhouding voorkomen en dat er regelmatig contant geld op de bankrekening wordt gestort. Tijdens het onderzoek wordt X aangehouden en is zijn administratie in beslag genomen. In geschil is de ambtshalve IB-aanslag over 2015, alsmede de vergrijpboete van 50%. Volgens Rechtbank Den Haag is de aanslag rechtsgeldig bekendgemaakt door achterlating van een gesloten envelop in de penitentiaire inrichting waar X toen verbleef. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat de bewijslast niet kan worden omgekeerd omdat X niet op de juiste wijze is aangemaand om alsnog de IB-aangifte over 2015 te doen. De aanmaning is namelijk verstuurd naar zijn officiële woonadres, terwijl de inspecteur wist dat X in voorlopige hechtenis zat (zie HR 14 april 2017, 16/05276, V-N 2017/20.13 en BNB 2017/138). De aanslag wordt verminderd omdat de inspecteur de meeste verkoopcorrecties niet aannemelijk kan maken. De boete wordt vernietigd. X is namelijk niet op de juiste wijze aangemaand, zodat hem niet worden verweten dat de vereiste aangifte niet is gedaan. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet bestuursrecht 3:41
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 27 april