X staat samen met haar zoon ingeschreven in een woning in de gemeente Ede. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente de zoon van X ten onrechte meetelt voor de aanslag afvalstoffenheffing. X maakt namelijk aannemelijk dat haar zoon die in Duitsland woont en werkt niet als gebruiker van de woning in Ede aangemerkt kan worden.

Belanghebbende, X, maakt op 1 januari 2013 als bewoner feitelijk gebruik van een woning in de gemeente Ede. Op haar adres staat ook haar zoon ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (hierna: GBA). In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Ede voor de afvalstoffenheffing terecht zowel X als haar zoon laat meetellen door een aanslag op te leggen naar het meerpersoonstarief.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de zoon van X ondanks de inschrijving in het GBA niet aangemerkt kan worden als gebruiker van de woning voor de afvalstoffenheffing. De gemeente had X een aanslag afvalstoffenheffing moeten opleggen naar het eenpersoonstarief. Niet de inschrijving in het GBA is doorslaggevend voor de afvalstoffenheffing, aldus de rechtbank, maar het feitelijke gebruik. X maakt aannemelijk dat haar zoon in Duitsland woont en werkt en daar is ingeschreven in (het Duitse equivalent van) het GBA, hij slechts twee weken per jaar in de gemeente Ede bij X verblijft en daar het adres enkel als postadres aanhoudt. Gelet hierop oordeelt de rechtbank dat de zoon niet als gebruiker van de woning in Ede kan worden aangemerkt. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet milieubeheer 15.33

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 1 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen