Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur voldoende voortvarend heeft gehandeld ondanks dat na de eerste serie navorderingsaanslagen ruim vijf maanden is gewacht met het opleggen van de tweede serie.

Aan belanghebbende, de heer X, is een groot aantal IB/VB-navorderingsaanslagen met 100% verhogingen en boetes (hierna samen: boetes) opgelegd. Volgens de inspecteur is X namelijk rekeninghouder van KB Lux (geweest). Aanvankelijk ontkent X. Nadat de inspecteur echter in 2013 in kort geding gegevens over de bankrekening vordert, wordt erkend dat X en zijn echtgenote rekeninghouder waren bij de KB Lux. Naar aanleiding van de nadien door X overgelegde bankafschriften heeft de inspecteur nieuwe berekeningen gemaakt en de aanslagen ambtshalve verminderd en deels ook vernietigd. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur voldoende voortvarend heeft gehandeld ondanks dat na de eerste serie aanslagen ruim vijf maanden is gewacht met het opleggen van de tweede serie. De inspecteur stelt met succes dat uit oogpunt van zorgvuldigheid is gewacht in de hoop dat X in bezwaar tegen de eerste serie alsnog met gegevens zou komen. De boetes zijn terecht omdat X met opzet inkomen en vermogen heeft verzwegen. X stelt vergeefs dat hij door het aanzeggen van een dwangsom is gedwongen tot medewerking aan zijn eigen veroordeling. De informatie die X alsnog heeft verstrekt, is namelijk wilsonafhankelijk materiaal. Bankrekeningafschriften zijn verklaringen van de bank. Na bezwaar zijn de boetes wegens overschrijding van de redelijke termijn met 20% gematigd. Er is geen aanleiding voor een verdere verlaging, aangezien inkeer in de beroepsfase slechts een aftrek van 10% zou rechtvaardigen. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen