Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat een zwembad en een camping een recreatiesamenstel vormen. De heffingsambtenaar heeft ten onrechte het zwembad als afzonderlijk WOZ-object aangemerkt. De WOZ-beschikkingen van het zwembad en de camping worden vernietigd.

X is eigenaar en exploitant van een camping en een zwembad. Het zwembad wordt gebruikt door de campinggasten en is volgens de plattegrond bereikbaar via de camping. De heffingsambtenaar merkt het zwembad aan als een afzonderlijk WOZ-object voor de belastingjaren 2018 en 2019. X gaat samen met drie andere betrokkenen in beroep.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het zwembad en de camping een recreatiesamenstel vormen. De heffingsambtenaar heeft derhalve ten onrechte het zwembad als afzonderlijk WOZ-object aangemerkt. Het zwembad is via de camping bereikbaar en wordt door de campinggasten gebruikt zonder dat daar extra kosten aan verbonden zijn. Tevens zijn de eigenaar en exploitant van het zwembad en de camping dezelfde. De WOZ-beschikkingen van het zwembad en de camping worden vernietigd. X procedeert samen met anderen. Dit kan een gematigde invloed hebben op (veronderstelde) spanning en ongemak van een te lang durende bezwaar- en beroepsprocedure. De ISV wordt daarom verdeeld over de vier betrokken partijen. X krijgt € 625 aan ISV.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 16

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 14 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

252

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen