Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de heer X zijn gedetacheerde werkzaamheden voor eigen rekening en voldoende zelfstandig verricht en ook ondernemersrisico loopt.
De heer X is financieel adviseur en wordt vanaf 2007 steeds via derden gedetacheerd bij diverse vestigingen van de Rabobank. In geschil is zijn IB-aanslag over 2011 en in het bijzonder of hij IB-ondernemer is. De inspecteur stelt dat X bij de aanvraag van zijn VAR-winst uit onderneming onjuiste informatie heeft verstrekt en feitelijk slechts één grote opdrachtgever heeft. Volgens Rechtbank Gelderland kwalificeren de activiteiten van X wel als winst uit onderneming. De Rabo-vestigingen hadden namelijk tot 1 januari 2016 een grote mate van zelfstandigheid. Het bankwezen is een sterk gereguleerde bedrijfstak, zodat het ook niet uit maakt dat X steeds is gebonden aan interne regels van de bank. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X zijn gedetacheerde werkzaamheden voor eigen rekening en voldoende zelfstandig verricht en ook ondernemersrisico loopt. Zijn detacheerder bemiddelt slechts en treedt op als kassier. De werkzaamheden houden steeds verband met het bank- en verzekeringswezen, vertonen een voldoende mate van samenhang en liggen in elkaars verlengde. Er is dus sprake van één onderneming. Het beroep van de inspecteur is slechts gegrond omdat X voor de aanschaf van een computer ten onrechte de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek heeft geclaimd. Het incidentele hoger beroep van X is ook gegrond, aangezien bij wijze van compromis een hogere kostenaftrek is toegestaan.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 20 februari
Carrousel: Carrousel