De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of het maximumbedrag van € 500.000 van art. 4.14a lid 2 Wet IB 2001 van een belastingplichtige verhoogd kan worden bij immigratie van een verbonden persoon die leent van de vennootschap van belastingplichtige.

Het gaat om X die in België woont en een aanmerkelijk belang heeft in de in Nederland gevestigde A bv. X schenkt in 2020 zijn aandelen in A bv aan zijn in Nederland wonend kind Y. In 2024 immigreert X naar Nederland. Op dat moment heeft hij een schuld aan A bv van € 1.000.000. X is deze schuld aangegaan in 2024 en vóór de immigratie. X is een verbonden persoon van Y in de zin van art. 4.14b lid 1 Wet IB 2001.

Volgens de kennisgroep wordt het maximumbedrag van Y niet verhoogd tot € 1.000.000 vanwege de immigratie van een met hem verbonden persoon, zonder dat voor Y sprake is van een fictief regulier voordeel. Het maakt niet uit of op Y een latente box 2-claim rust. Ook is het niet van belang dat de schuld van X aan A bv al bestond voor het schenken van de aandelen aan Y.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 4.14b

Wet inkomstenbelasting 2001 4.14a

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 3 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

415

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen