Op donderdag 15 december 2022 verschijnt nummer 7458. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

  • Prof. dr. P. Essers - De Hoge Raad als Deus ex Machina in het Box 3-Drama
  • E.G. Hoepelman LLM MSc - Partnerregeling in de Overbruggingswet box 3
    De partnerregeling zoals die vanaf 2023 voor box 3 gaat gelden, is lek. De financiële impact is groot.
    Op 1 januari treedt Overbruggingswet box 3 in werking, waarin een essentieel onderdeel ontbreekt. Fiscaal partners mogen – als altijd – hun gezamenlijke grondslag sparen en beleggen toerekenen aan elkaar. Natuurlijk rekenen zij, vanaf 2023, hun heffingsgrondslag dan toe aan degene met het laagst (forfaitair) ‘effectieve rendementspercentage’. Hun box 3-heffing decimeert dan.
    De auteur neemt aan – en hoopt – dat deze wettelijke berekeningswijze niet echt is beoogd èn ongewenst is.
    Reparatie is dan geboden. Afsluitend doet hij enkele suggesties en plaatst die in een breder kader.
  • Prof. dr. mr. P.G.H. Albert - Persoonlijke houdstervennootschap zonder substance: een kunstmatige constructie? (2)
    Op 2 juni 2022 oordeelde Hof Amsterdam dat de inhoudingsvrijstelling niet van toepassing was op een dividenduitkering door een BV aan een Belgische houdstervennootschap van in België woonachtige natuurlijke personen. Volgens de auteur is het Hof uitgegaan van een te ruim misbruikbegrip en zou de Hoge Raad prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie moeten stellen over de reikwijdte van de antimisbruikbepaling in de Moeder-dochterrichtlijn.
  • Mr. P.W. Hofman en mr. T.W.J. van Loon - De ‘eigen IAPVAN’ (of APV-ANBI) als alternatief voor de ‘eigen ANBI’
    De belastingwet kent meerdere incentives om schenkingen aan goede doelen te stimuleren. Hierbij speelt de ‘ANBI-status’ van de algemeen nut beogende instelling een belangrijke rol. Vermogende families richten om verschillende redenen veelal een eigen fonds op. Dit fonds hoeft niet in alle gevallen een ANBI-status te hebben om de schenkers toegang te geven tot de fiscale faciliteiten, zoals in het geval van de Instelling met Afgezonderd Particulier Vermogen ten behoeve van het Algemene Nut. De auteurs bespreken de mogelijkheden van een dergelijk eigen fonds. Daarnaast gaan zij in op de beperking van de giftenaftrek zoals voorgesteld in het belastingplan 2023.
  • Mr. T. El Ouardi - Renseigneren of niet renseigneren; moge het duidelijk worden!
    Per 1 januari 2022 is de renseigneringsverplichting verder uitgebreid. Organisaties zijn gebaat bij duidelijkheid over de reikwijdte van de renseigneringsverplichting. Immers, het niet naleven van de renseigneringsverplichting kan leiden tot de oplegging van een strafrechtelijke sanctie. Aan de andere kant kan het verwerken van persoonsgegevens zonder dat hiervoor een wettelijke basis bestaat, resulteren in overtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Ook dan bestaat onder andere het risico op een boete. Maar is het allemaal wel zo ­duidelijk?
  • Rubriek Parlementair

Binnenkort in het Weekblad

De belastinglatentieberekening in Pijler 2 op hoofdlijnen

In dit artikel gaan mr. G. Schutz en J.R. Goudsmit LLM in op de regeling voor belastinglatenties uit Pijler 2. De auteurs concluderen aan de hand van verschillende voorbeelden dat het meenemen van belastinglatenties een welkome maar complexe toevoeging ten opzichte van het vorige voorstel is en niet in alle situaties tot een bevredigend resultaat leidt.

Een fiscaal verdragsbeleid voor Curaçao, enkele signalen in de gewenste richting

Op basis van de resultaten van haar promotieonderzoek (2022) naar een fiscaal verdragsbeleid voor Curaçao, bespreekt mr. dr. G.D. Rekwest enkele fiscaaltechnische elementen die in haar optiek als onderhandelingsinzet van Curaçao dienen te gelden.

Producten: WFR-signaleringen

7