Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de waarde van het object niet te hoog is vastgesteld.

X is eigenaar van een vrijstaand kantoorpand van 768 m2. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde voor het kalenderjaar 2019 vast op basis van de huurwaardekapitalisatiemethode. X gaat in beroep en stelt dat sprake is van een bijzondere omstandigheid omdat COVID-19 gevolgen zal hebben voor de waarde van het object vanwege leegstandsrisico.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat niet blijkt van een bijzondere omstandigheid als gevolg van COVID-19. De vastgestelde waarde van het object staat in een goede verhouding tot de gerealiseerde huurprijzen en de verkoopopbrengsten van de vergelijkingsobjecten. De heffingsambtenaar maakt aannemelijk dat de in aanmerking genomen waarde van € 816.000 niet te hoog is. Hetgeen X hiertegenover heeft aangevoerd is van onvoldoende gewicht om te concluderen tot een lagere waarde. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 18

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Dossiers: Corona

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 11 april

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen