Hof Den Haag oordeelt dat het niet verstrekken van de gegevens over de onderhoudsreserves van de VvE's in de bezwaarfase voor de rechtbank aanleiding had moeten zijn om de heffingsambtenaar te veroordelen in de proceskosten van de beroepsfase met wegingsfactor 1.

X is eigenaar van een appartement in een torenflat en een eigen parkeerplaats. In geschil is de WOZ-beschikking van 2020 van € 245.000. Volgens Rechtbank Den Haag is de WOZ-waarde voldoende onderbouwd met de verkoopcijfers van vier vergelijkingsobjecten, die eveneens tot een torenflat in dezelfde wijk behoren. De heffingsambtenaar had weliswaar reeds in de bezwaarfase inzichtelijk moeten maken of rekening is gehouden met de aanwezige VvE-reserves bij de vergelijkingsobjecten, maar X is hierdoor niet benadeeld. Er worden dus geen gevolgen aan verbonden. X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn wel een immateriële schadevergoeding van € 500 en een proceskostenvergoeding van € 759 (wegingsfactor 0,5).

Hof Den Haag oordeelt dat het niet verstrekken van de gegevens over de onderhoudsreserves van de VvE's in de bezwaarfase voor de rechtbank aanleiding had moeten zijn om de heffingsambtenaar te veroordelen in de proceskosten van de beroepsfase met wegingsfactor 1. X stelt met succes dat hij genoodzaakt was beroep in te stellen om die gegevens te krijgen. Het hoger beroep van X is ontvankelijk, ondanks dat hij de eventuele proceskostenvergoeding moet doorbetalen aan zijn gemachtigde. Bovendien gaat de zaak niet alleen over de proceskosten, maar ook nog steeds over de WOZ-waarde. X krijgt voor de zaak in eerste aanleg en het hoger beroep een totale proceskostenvergoeding van € 2511.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Wet waardering onroerende zaken 17

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Waardering onroerende zaken, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 5 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

152

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen