Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een verkoop van een woning aan een zittende huurder bruikbaar is bij het bepalen van de WOZ-waarde. 

Belanghebbende, X, is een stichting die woningen verhuurt in de gemeente Westerveld. In geschil is de WOZ-waarde 2011 van vier van haar woningen. Twee van deze woningen zijn in 2011 verkocht, waarbij het gaat om een verkoop door X aan de zittende huurder.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een verkoop van een woning aan een zittende huurder bruikbaar is bij het bepalen van de WOZ-waarde. De rechtbank heeft dit op goede gronden beslist, aldus het hof. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet aannemelijk heeft gemaakt dat de verkoopprijs bij een verkoop aan een zittende huurder wordt gedrukt door het feit dat niet onderhandeld wordt over de prijs en de omstandigheid dat de levering van de woning moet plaatsvinden binnen twee maanden na de mondelinge overeenkomst. Ook heeft de gemeente haar stelling dat X bij de verkoop van woningen aan huurders in het algemeen verkoopprijzen hanteert die lager liggen dan de markt, niet aannemelijk gemaakt. De rechtbank wees er ook op dat X bij de verkoop van de woningen streeft naar een zo hoog mogelijke opbrengst onder meer door de waarde van de woningen te laten bepalen door een NVM-makelaar. Rekening houdend met het voorgaande is het hoger beroep van de heffingsambtenaar ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 11 augustus

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen