Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de restwaarde van de installaties van beide gebouwen op de waardepeildatum nog niet was bereikt. De heffingsambtenaar heeft de levensduur verlengd, maar dit betekent niet zonder meer dat de vooraf vastgestelde restwaarde in een later jaar wordt bereikt.

Belanghebbende, X, is gebruiker van een onroerende zaak bestaande uit twee gebouwen (bouwjaar 1993 respectievelijk 1997) die in gebruik zijn als kinderdagverblijf. In geschil is de WOZ-waarde 2015 van deze onroerende zaak. X bv wil een verlaging van de waarde van € 440.000 naar € 424.000. De waarde van het object wordt berekend op de gecorrigeerde vervangingswaarde. Dit is de vervangingswaarde gecorrigeerd met een aftrek voor technische en functionele veroudering.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de restwaarde van de installaties van beide gebouwen op de waardepeildatum nog niet was bereikt. De heffingsambtenaar heeft de levensduur verlengd, maar dit betekent niet zonder meer dat de vooraf vastgestelde restwaarde in een later jaar wordt bereikt (Hof Amsterdam 26 november 2015, nr. 14/00421, Belastingblad 2016/27). De heffingsambtenaar heeft niet aangetoond dat investeringen of renovaties hebben plaatsgevonden die hebben geleid tot verbeteringen van de installaties of die anderszins aanleiding kunnen vormen om aan te nemen dat de restwaarden van 17% in een later jaar dan 2010 respectievelijk 2014 werden bereikt. De rechtbank volgt de door X bepleite correctie wegens technische veroudering van 83% en verlaagt de waarde naar € 424.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 14 april

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen