X bv is in 2001 naar Nederlands recht opgericht door haar directeur-grootaandeelhouder (hierna: dga). Met ingang van 2010 heeft X bv haar bestuurlijke zetel verplaatst naar Malta en staat zij aldaar ingeschreven in het Maltese handelsregister. In 2010 heeft X bv haar statuten laten wijzigen. In de gewijzigde statuten is opgenomen dat het bestuur bestaat uit bestuurders A met hun hoofdverblijf op Malta en bestuurders B met hun hoofdverblijf niet op Malta.
De dga is enig aandeelhouder en enig bestuurder B van X bv. Met ingang van de emigratie van X bv is de heer X bestuurder A en met ingang van 2011 is de heer Y bestuurder A. De bestuurders A zijn verbonden aan verschillende trustkantoren gevestigd op Malta. De dga staat met ingang van 2010 ingeschreven in het GBA in Zwitserland. Naast de woning in Zwitserland beschikt de dga over een werk/opslagruimte met sanitaire voorzieningen in Nederland en over een appartement in Nederland dat wordt bewoond door zijn moeder. Met ingang van mei 2011 beschikt de dga ook over een woning in Portugal. De dga verricht werkzaamheden voor X bv. De activiteiten van X bv bestaan uit de afwikkeling van de verkoop van haar 50% deelneming alsmede uit het beleggen van vermogen. De controle van de jaarrekening van X bv vindt plaats op Malta. X bv doet voor de jaren 2011, 2012 en 2013 aangifte VPB naar een te betalen bedrag van € nihil onder vermelding dat X bv op Malta is gevestigd en met een beroep op de van toepassing zijnde regelgeving ter voorkoming van dubbele belasting. De inspecteur wijkt van de aangiften af en stelt voor de jaren 2011, 2012 en 2013 aanslagen VPB vast naar een belastbaar bedrag van € 110.344, € 1.215.951 en respectievelijk € 612.479. Voor het jaar 2013 wordt ook een vergrijpboete opgelegd wegens het met opzet onjuist doen van aangifte VPB. Voor dezelfde jaren stelt de inspecteur ook naheffingsaanslagen DB vast.
X bv maakt bezwaar en stelt beroep in. X bv stelt zich op het standpunt dat de vestigingsplaatsficties in strijd zijn met het EU-recht, subsidiair dat het verdrag Nederland-Malta zich verzet tegen belastingheffing door Nederland en meer subsidiair dat het verdrag Nederland-Zwitserland zich verzet tegen belastingheffing door Nederland. Tevens bestrijdt X bv de vergrijpboete.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vestigingsplaatsficties uit de Wet VPB 1969 en de Wet DB 1965 niet in strijd zijn met de vrijheid van vestiging aangezien het EU-recht zich niet verzet tegen een eventuele omgekeerde discriminatie of een ongunstigere behandeling van eigen onderdanen. De rechtbank vindt het aannemelijk dat de kernbeslissingen in ieder geval niet worden genomen op Malta en dat X bv derhalve uitsluitend inwoner is van Nederland. Het verdrag Nederland-Malta verzet zich daarom niet tegen heffing van VPB of DB door Nederland. Voorts concludeert de rechtbank dat het verdrag Nederland-Zwitserland belastingheffing door Nederland ook niet belemmert. De rechtbank acht de vergrijpboete passend en geboden, maar vermindert deze met 15% wegens een overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 1
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 5 oktober