Hof Amsterdam oordeelt dat de BTW die cv X in aftrek bracht, terecht wordt nageheven. Cv X heeft namelijk nooit bestaan.

Y drijft van 2006 tot en met 2010 een eenmanszaak. Deze eenmanszaak is in 2010 omgezet in een cv. Naast deze cv, wordt in 2010 ook cv X ingeschreven. Cv X heeft in 2010 per saldo € 689 BTW in aftrek gebracht en terug ontvangen. Tussen de inspecteur en Y is in geschil of Y of de cv’s, waaronder cv X, BTW-ondernemer zijn. De inspecteur is van mening dat Y de BTW-ondernemer is en legt BTW-naheffingsaanslagen op aan Y. Ter behoud van rechten legt de inspecteur een BTW-naheffingsaanslag op aan cv X. De rechtbank heeft de BTW-naheffingsaanslag verminderd tot € 689, zijnde het bedrag dat cv X per saldo in aftrek bracht. In de procedure tegen Y, verklaart het Hof Amsterdam het hoger beroep van Y ongegrond (V-N Vandaag 2023/1451). Y is terecht als BTW-ondernemer aangemerkt.

Hof Amsterdam oordeelt dat de door cv X in aftrek gebrachte BTW terecht is nageheven, omdat cv X niet handelde als BTW-ondernemer.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 juli

43

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen