Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur in de aanslag IB/PVV de renteaangroei 1997-2000 in de kapitaalverzekering bij uitkering in 2014 terecht heeft belast.

X heeft in 1997 een kapitaalverzekering gesloten. De levensverzekering is in 2002 premievrij gemaakt. De waarde van de levensverzekering bedraagt op 31 december 2000 € 4.035.364. De som van de betaalde premies op dat moment bedraagt € 3.333.464,93. In 2014 is de levensverzekering afgekocht. De afkoopwaarde bedraagt € 3.984.388. X geeft in zijn aangifte IB/PVV 2014 € 701.900 als belastbaar inkomen uit werk en woning aan. Dit bedrag is het verschil tussen de waarde van de levensverzekering op 31 december 2000 en de som van de op dat moment betaalde premies. De inspecteur legt de aanslag conform aangifte op. In hoger beroep is in geschil of de afkoop tot een juist bedrag in de aanslag is opgenomen.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur de aanslag naar het juiste bedrag heeft opgelegd. De renteaangroei over de periode van 1997 tot 1 januari 2001 is op grond van onderdeel AM Invoeringswet Wet IB 2001 belast als inkomen uit werk en woning. X’ betoog dat sprake is van een saldolijfrente kan niet slagen omdat de levensverzekering niet kan worden beschouwd als een saldolijfrente. X’ hoger beroep is ongegrond.

Lees ook het thema Kapitaalverzekering, SEW en BEW.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 AM

Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 AL

Besluit lijfrenten in de winstsfeer (vennootschapsbelasting) 25

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting

Editie: 29 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

251

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen